Soms moet je Amsterdam even verlaten om iets prachtigs te zien.
Rotterdam.
Manouk en ik vertrokken daarom naar de Maasstad en wel naar Delfshaven. De plek waar mijn oudoom decennia geleden een bandenhandel had en waar mijn overgrootmoeder boven het café woonde. Manouk was nog nooit in dit stuk van Rotterdam geweest en voor mij was het ook veel te lang geleden.
Daarom was de voorstelling Toen wij van Rotterdam vertrokken van Maas Theater en Dans (regie Floris van Delft) een prachtige kans om Delfshaven te leren kennen.
Maas Theater en Dans heeft zich in de afgelopen jaren bewezen als HET gezelschap dat met jonge makers muzikale voorstellingen maakt voor jong en oud. Eerder waren we bij de voorstelling Liefde waar wij al lyrisch over schreven (dat kan je hier lezen) en die is geselecteerd voor het Theaterfestival komende maand en nu ondergingen we de voorstelling Toen wij van Rotterdam vertrokken. En ook deze voorstelling was geweldig.
Verzamelpunt was het Maaspodium. Vanaf daar liepen we naar de Coolhaven en hoorden we via onze koptelefoons interviews die de theatermakers hielden met mensen uit het Rotterdamse havenwezen. Terwijl vroeger de haven in de gehele stad zichtbaar was en bijna elke Rotterdammer daar werkte, ligt de haven nu ver buiten de stad en wordt meer en meer overgenomen door computersystemen.
We klommen aan boord van Partyschip Diane (Parrrrrrtyschip Diane, goeiemorruguh met Edwin, stelde ik me zo voor) en terwijl het schip wegvoer ontspon zich het verhaal op de kade. De spelers gebruikten niet alleen de kade, maar ook het water, de bankjes, het zebrapad en de bolders op een fantastische manier. (oke ‘bolders’ heb ik opgezocht, ik heb dan ook nooit bij de padvinders gezeten. Maar bolders zijn dus van die paaltjes waar je met een touw je boot aan vastmaakt).
In twee uur zagen we de strijd van een schipper die vluchtelingen aan boord neemt, de rederijeigenaresse die failliet dreigt te gaan en de blinde zakenman die een visie heeft op de Rotterdamse haven in 2030, aan ons voorbijtrekken. Er werd door de spelers veel gelopen, gedanst en gezongen. Langsrennende studenten hielden even de pas in, oude mannen zittend op een bankje stootten elkaar aan en verbouwereerde dames zaten ineens met een rode ballon in hun handen. En wij voeren verder.
Productietechnisch zat de voorstelling geweldig in elkaar, bruggen openden op het juiste moment en via de koptelefoons was alles zeer goed te verstaan. Maar dat was echt niet het belangrijkste. Het leven in deze havenstad kreeg ontzettend veel diepte. Door het spel van de acteurs, maar ook door die geweldige Rotterdammers die uit de ramen hingen of op bankjes zaten. Het spel en de omgeving vielen samen. Regisseur Floris van Delft heeft met veel filmische beelden gewerkt en dit zorgde er voor dat Rotterdam meer kleur kreeg. Oke, misschien is er dan toch een puntje van kritiek. De scène in de sluis met zang van de spelers, was niet erg sterk. Het lied Toen wij van Rotterdam vertrokken paste hier perfect, maar kwam niet goed uit de verf.
Maar ergens tussen garagebedrijf Ünlü en Café de Oude Sluis werden we geraakt door de vragen van de vluchteling. Wat zou jij doen? Vechten? Vluchten? Zijn we niet allemaal hetzelfde? Zijn we niet allemaal op zoek naar een thuis?
En om het allemaal nog filosofischer te maken, zagen we op een van de huizen aan de kade de zin ‘wat voorbijgaat, ontmoet’. We reisden door de stad en ervoeren even het leven van de ander. Na de spectaculaire laatste scène op de Maas en een daverend slotapplaus liepen Manouk en ik Delfshaven even in en hebben daar nog op het water kunnen eten. Toen gauw weer terug naar 020, want daar hebben we ook weer fijne evenementjes te bezoeken.
Mocht je nou wel in de Maasstad wonen, of beter gezegd: mocht je nou wel in de Maasstad lopen te wonen, gaat dan vooral naar deze voorstelling!
Kijk op de site van Maastd voor meer informatie.