Eerder hebben wij wegens omstandigheden de première van Freud – een co-productie van ITA en Toneelhuis – moeten laten schieten, maar nu gingen wij op voor de herkansing; met een lichte angst vertrokken wij op zaterdagavond naar de Stadsschouwburg. Lichte angst, want wij gingen kijken naar ‘Freud’, en dat zal wel zware kost zijn…
Gelukkig bleek dit al snel een ongegronde angst. In de Rabozaal troffen wij bij binnenkomst een groot en licht decor aan – de setting van een ziekenhuis in 1885. Leermeester Meynert begint met een diagnose van een hysterie patiënte, die kort samengevat luidt ‘aanstellerig toneelspel’. Freud daarentegen is voornemens om naar Parijs te gaan om colleges van Charcot bij te wonen, die onderzoek doet naar hypnose en suggestie bij zijn hysterie patiënten. Geïnspireerd en aangespoord door Charcot, komt Freud tot gewaagde theorievorming. Bij thuiskomst blijkt echter dat de artsengemeenschap weinig enthousiasme toont voor zijn behandelmethode, waarop Freud besluit zich dan maar te richten op de reeds bestaande en geaccepteerde behandelmethoden, zoals massage, baden en elektrotherapie. Er volgen ongelukkige jaren, waar ook echtgenote en steun-en-toeverlaat Martha onder lijdt. Tot onverwachts de bevriende arts Breuer succes lijkt te hebben met een hypnose behandelmethode en Freud vraagt of hij de behandeling kan bijwonen. Opnieuw stort Freud zich op de hypnose, maar verliest daarbij langzaam maar zeker de controle over zijn eigen leven.
Het toneelstuk (filmscenario van Jean-Paul Sartre) geeft een interessante en toegankelijke inkijk in het leven van Freud. Het toneelspel is goed, met speciale complimenten voor Stef Aerts als Freud en Hélène Devos als Cäcilie – de hysterie patiënte. Het stuk duurt lang, dat wel. Twee uur en een kwartier om precies te zijn. En hoewel het stuk vlot van start gaat en dat tempo lang tijd wordt volgehouden, met scenes die soepel in elkaar overlopen, eindigt het stuk toch wat traag. Het lijkt lastig een einde aan het verhaal te geven, wat lange dialogen tot gevolg heeft. Uiteraard past dit wel goed bij het beeld van het leven van Freud dat met het stuk wordt neergezet; in het begin van zijn carrière was Freud hoopvol en jeugdig, maar na een groot aantal tegenslagen beseft hij dat hij ook zichzelf moet genezen.
Zoals al eerder gezegd, mijn angst voor een langdradig stuk was ongegrond. De uitvoering ‘kijkt lekker weg’, wat voor sommige toeschouwers meteen een kritiekpunt zou kunnen zijn. Een echte diepe inkijk in de gedachtegangen van Freud ontbreekt. Oneerbiedig gezegd zou het stuk dus het beste beschouwd kunnen worden als een goed geregisseerde en gespeelde biografie van Freud, wat zeker niet wegneemt dat het stuk zeker de moeite waard is om te zien.
Foto’s: Jan Versweyveld